De
opname
Wat bepaalt of een foto goed is? Een analyse

Voorbeeld: wat maakt deze foto tot wat het
is?
In dit artikel maak ik een analyse van aspecten die bepalen
óf en waarom een foto goed of interessant gevonden wordt.
De meeste aspecten zullen bekend voorkomen en zelfs voor
de hand liggen. Over het verband ertussen heb ik me de afgelopen
dagen het hoofd gebroken.
Ik ga vanaf het uiteindelijke beeld terug in de tijd naar
het onderwerp, en onderscheid de volgende hoofdaspecten:
1. De digitale verwerking van het beeld
2. Het gebruik van cameratechniek bij de opname
3. Het hanteren van de camera
4. Het licht
5. De plaatsing van het onderwerp in ruimte en tijd
6. Het onderwerp
Omdat
ik de digitale verwerking al in het vorige
artikel behandeld heb, beperk ik me hier tot de opname
en begin
de bespreking bij
het tweede punt.
Cameratechniek
Het gebruik van cameratechniek leidt uiteraard tot de reeks
van beeldbepalende aspecten die iedereen direct herkent:
de keuze voor een bepaalde camera met een bepaalde beeldkwaliteit,
een bepaalde kwaliteit van het objectief, de gevoeligheid,
de eventuele filtering, het diafragma, de belichtingstijd
en de scherpstelling. De andere mogelijkheden van de camera,
tegenwoordig vrijwel eindeloos, helpen uiteindelijk alleen
bij het maken van de juiste keuzes van de hier genoemde
variabelen.
Hanteren van de camera
Vanuit de camera zijn de variabelen, buiten de techniek
ervan, beperkt. Je kunt een standpunt kiezen, een brandpuntsafstand
en vervolgens door middel van richten een uitsnede maken.
Easy! Maar niet heus natuurlijk. Zeker interessant om een
andere keer te bespreken.

Voorbeeld standpunt. Ga
met de muis over de foto om de andere versie te zien.
Het licht
Bij het licht wordt het gecompliceerder. In de studio heeft
een goede fotograaf het licht met een reeks van mogelijke
variabelen onder controle: elk van de vaak minimaal 3 lichtbronnen
heeft een kleur, intensiteit, richting, vorm en afmeting.
Het aantal combinatiemogelijkheden is dan al vrijwel onbeperkt.
Op een lokatie met meespelend omgevingslicht is weinig sprake
meer van echte beheersing van het licht. Dan kun je als
fotograaf vooral proberen de situatie naar je hand te zetten.
Een extra variabele op lokatie is dat je het onderwerp kunt
verplaatsen, iets wat in de studio arbitrair is, daar maakt
het immers niet uit of je het onderwerp roteert of het licht.

Voorbeeld licht. Ga met de muis over de foto
om de andere versie te zien.
Plaatsing van het onderwerp in de ruimte
De plaatsing van het onderwerp is dan ook het volgende hoofdaspect.
Interessant en wellicht onverwacht is dat het uiteenvalt
in twee delen.
De eerste variatiemogelijkheid is de plaatsing van het onderwerp
of de onderwerpen in de ruimte, in de breedst mogelijke
zin. Het gaat op voor elk onderwerp dat verplaatsbaar is
of waar desnoods de achtergrond van te wijzigen is. Let
wel: ook al is het onderwerp niet door de fotograaf geplaatst,
toch is de plaats waar het onderwerp zich bevindt medebepalend
voor de foto. Denk aan documentaire fotografie.
Voorbeeld plaatsing: de gebroeders Bessems,
Bessems
Drank- en Partyservice
Plaatsing van het onderwerp in de tijd
De andere mogelijkheid is de plaatsing van het onderwerp
in de tijd, eenvoudiger gezegd: het nemen van de foto op
het juiste moment. Zo is Henri Cartier-Bresson is beroemd
geworden met zijn foto's die op het meest interessante moment
gemaakt zijn, zodat zijn soms eenvoudige onderwerpen hoogst
interessante foto's opleverden. In de sport hebben we bekende
wedstrijdbepalende momenten. Als je een trouwerij fotografeert
zijn bepaalde momenten heel belangrijk om in beeld te brengen;
sterker, de hele trouwerij is zelf een bepalend moment in
het leven van het paar. Een moment in deze analyse kan dus
ook betrekking hebben op een langere periode. Voor mijn
eigen fotografie speelt bij portretten en reportages het
moment met de juiste expressie een sterke rol. Bij landschapsfotografie
is geduld voor het juiste seizoen, het weer en het moment
van de dag een schone zaak.

Voorbeeld moment: huwelijk
Het onderwerp
Wat overblijft is het onderwerp zelf. Als het gaat om fotografie
voor makelaars of productfotografie valt er aan dit aspect
verder geen eer te behalen. Het onderwerp is dan immers
geen vrije keuze meer en je kunt er maar weinig aan veranderen
voor de foto. Voor alle andere foto's zijn er hier nog twee
aspecten die meespelen bij de vraag of het onderwerp de
foto de moeite van het bekijken waard maakt.
Het onderwerp: vorm en uiterlijk
Het eerste aspect is als het onderwerp qua vorm ofwel uiterlijk
herkend wordt als aantrekkelijk of interessant: onderwerpen
waarvan een grafische werking uitgaat die beantwoordt aan
al dan niet goed te omschrijven regels van de beeldende
kunst en/of algemene smaak en wansmaak. Hieronder vallen
fotomodellen in het algemeen, alles wat je mooie natuur
en landschap kunt noemen, veel architectuurfotografie, stillevens,
puur grafische onderwerpen et cetera.
Voorbeeld vorm: Hoeg Brögk, details
Het onderwerp inhoudelijk
Het tweede en veruit meest interessante aspect van het onderwerp
is als het onderwerp inhoudelijk interessant wordt gevonden,
onafhankelijk van hoe het er uit ziet. Het roept dan associaties
bij de kijker door een bepaalde verbondenheid met het onderwerp,
zoals bij familiefoto's het geval is, bij beroemde of bekende
mensen en plaatsen en nieuwsfeiten. Het omgekeerde werkt
hier ook: foto's van mensen waarvan je je het bestaan niet
realiseerde kunnen ook sterke associaties oproepen wat hen
inhoudelijk mogelijk interessant maakt.
Voorbeeld bekende plaats en nieuws: Checkpoint
Charlie, Berlijn, november 1989
Dat foto's ook vaak interessant worden gevonden als de fotograaf
beroemd is valt buiten deze analyse. Analytisch is er immers
geen verband te leggen tussen de bekendheid van een fotograaf
en de kwaliteit van diens foto's.
----------------------------------------------------------------
Wat kunnen we hier mee?
Moeten we nu proberen zo veel mogelijk interessante dingen
in één foto samen te brengen? Nee en ja. Met nee bedoel
ik dat het zeker onverstandig is om zoveel mogelijk aspecten,
als ware het trucjes, in een foto te gebruiken. Less is
more. Een foto met een paar heel sterke punten, of soms
zelfs maar met één goed idee, maar bescheiden op andere
aspecten, is vaak sterker dan een foto waar een heleboel
ideeën bijeengesleept zijn.
De crux ligt in het afstemmen van de keuzes die je als fotograaf
maakt. Ga de hoofdaspecten na en maak beargumenteerde keuzes.
Het is leuk om een model op een strandstoel in een drukke
winkelstraat te fotograferen, maar het wordt alleen een
topfoto als je er een verdraaid goede reden voor hebt.
Anderzijds kan een foto die op één of enkele aspecten slecht
scoort toch hoogst interessant zijn, als er maar een dwingende
reden voor was en de foto uniek genoeg is. Sommige foto's
hebben bijvoorbeeld zo'n grote documentaire waarde dat gebrek
aan alle andere aspecten volledig ondersneeuwt. Andere foto's
zijn weer zo interessant vormgegeven dat het niet uitmaakt
dat niemand begrijpt wat er eigenlijk op te zien is.
Iets anders is het gegeven dat een foto meestal niet op
zichzelf staat. Zo kunnen reportagefoto's best interessant
zijn in de serie, terwijl ze als losse opname weinig bijzonder
zijn of duidelijke manco's vertonen. Foto's in een serie,
zoals op deze website een aantal te zien, hebben meer waarde
dan de losse foto's afzonderlijk. Ook belangrijk is de eigen
stijl waarmee de fotograaf zich onderscheidt van zijn collega's.
Herkenbaarheid leidt tot bekendheid en - dat hopen fotografen
als ik dan - tot opdrachten.

Voorbeeld
reportagefoto: mimespeler Dönci
Banki
----------------------------------------------------------------
Noot: Hoewel ik er een tijdje over nagedacht
heb, weet ik toch niet of deze analyse compleet is. Toevoegingen
en andere visies ontvang ik dan ook graag. Uiteraard zijn
de lijstjes met voorbeelden verre van compleet.
----------------------------------------------------------------
Bijlage: Lijst met aspecten
1. De digitale verwerking van het beeld
Basics: kleurtemperatuur, tint, belichting, correctie van
hoge lichten, opvulling van donkere gebieden, keuze van
zwartpunt, algemene helderheid, algemeen contrast, algemene
verzadiging, optimalisatie van scherpte, keuze van de exacte
beelduitsnede.
Geavanceerd: correctie van chromatische abberatie, correctie
van horizon (soms een halve graad), correctie van lensvervorming,
correctie van perspectief, wegwerken van vlekjes en ongewenste
items, aanpassen niveaus en locale correctie, aanpassen
curve en locale correctie, correctie van afzonderlijke kleuren,
HDR, Panoramastitching etc.
2. Het gebruik van cameratechniek bij de opname
*
Type camera (compact, fullframe, middenformaat etc.)
* Cameraresolutie
* Kleurruimte
*
Actieve correctie van donkere delen
* Gevoeligheid
* Kwaliteit van het objectief
* Filtering
* Diafragma
* Belichtingstijd
* Scherpstelling
3. Het hanteren van de camera
* Brandpuntsafstand
* Standpunt
* Uitsnede
4. Het licht
* Het omgevingslicht
Voor elke zelf te regelen lichtbron of reflectiescherm:
* Afmetingen
* Kleur
* Intensiteit
* Vorm
* Richting
5. De plaatsing van het onderwerp
A. De plaatsing van het onderwerp in de ruimte
Voorbeelden waar dit meespeelt: lokatieportretten maar ook
studiofotografie (minimalistische plaatsing), documentaire
fotografie
B. De plaatsing van het onderwerp in de tijd
Voorbeelden waar dit meespeelt: historische gebeurtenissen,
nieuwsfeiten, het juiste moment, reportages, landschapsfotografie
6. Het onderwerp
A. Vorm / uiterlijk
Voorbeelden: modellen, landschap, architectuur, stillevens,
abstracte fotografie
B. Inhoudelijke associaties
Voorbeelden: familiefoto's, bekenden, beroemdheden, bekende
plaatsen, nieuwsfeiten
Gecombineerde aspecten
De volgende aspecten worden bepaald door meerdere van de
hiervoor genoemde variabelen:
* Eenvoud
* Compositie
* Dieptewerking
* Ritme, symmetrie, geometrie
* Authenticiteit
* Verhalendheid
* Opwekken van nieuwsgierigheid
* Creativiteit
Tekst
en foto's © 2010 Leon Poels